Als nieuwbakken Friezin met een kersvers rijbewijs, rij ik onwennig door het Friese platteland. Bewust bekwaam, zeg maar. Trouwens ook vaak bewust onbekwaam. Vooral op een drukke rotonde of een volle parkeerplaats.
Om mijn demonen de baas te blijven, oefen ik dagelijks. Ik stap in mijn piepkleine boodschappenwagen, klem mijn stuur stevig in beide handen en houd me keurig aan de maximale snelheid.
Mijn Friese dorpsgenoten, niet gehinderd door mijn dagelijkse angsten, zetten er meestal flink de sokken in. Mijn blauwe brikkie wordt dan ook regelmatig ingehaald.
‘Ik zag je gisteren rijden, je bent wel een beetje een slome, hè’, zegt de buurman, leunend over het tuinhek.
Een slome? Het moet niet veel gekker worden, denk ik beledigd.
Ik probeer al drie maanden mijn rappe westerse tempo aan te passen aan het Friese landleven. Het leven is hier stukken relaxter. De hond uit laten duurt uren, omdat iedereen tijd heeft voor een praatje. Onze klussers maken geen afspraak maar ‘komen wel even aanwaaien’. Ik heb de sleutel van de sportschool, voor als ik zin heb om te sporten. En in onze dorpsmoestuin mag alles en hoeft niets. In ons dorp zijn geen winkels of reclameborden. Als de zon hier onder gaat, is het donker.
Heerlijk zo’n rustig tempo en prikkelvrije omgeving, begrijp me niet verkeerd.
Ik fleur er helemaal van op.
Maar het is wel wennen.
En soms schuurt het met mijn vertrouwde up-tempo. Dan wil ik geen praatje, maar stevig doorstappen met die hond om snel thuis de to-do-lijst af te werken. In mijn gedachten ben ik al met het eerste klusje bezig. Ook wil ik zo nu en dan weten WANNEER iemand komt aanwaaien. Wees eens concreet, denk ik dan. Dan botst het relaxte Friese tempo met mijn stadse roots.
Botsende tempo’s. Ik ken het ook uit het verpleeghuis.
Een gezonde oudere tussen de 60 en 70 reageert gemiddeld al 20% trager dan iemand tussen de 20 en 30 jaar. Voor kwetsbare ouderen in het verpleeghuis is het helemaal belangrijk dat het tempo laag ligt. Een hele uitdaging voor de zorgprofessionals, die op een werkdag voortdurend moeten switchen tussen ‘echt contact’ maken en het snel oppakken van zaken op de to-do-lijst.
Natuurlijk draait het om contact maken in de zorg. Dat spreekt vanzelf. Uit ervaring weet ik echter hoe lastig het is om echt te luisteren met zo’n lijstje in je achterhoofd. Hoe moeilijk het is om je aandacht niet te laten afdwalen naar het werkrooster dat vanwege zieke collega’s nog niet rond is.
Voor alle zorgprofessionals die elke hectische dag weer opnieuw proberen het tempo laag te houden een link naar de ontroerende korte film ‘Dotty’ van Brett and Mick.
Trouwens ook leuk voor mensen die niet in de zorg werken.
Ik vind de film prachtig en tegelijkertijd irritant langzaam. Lekker sloom, zou mijn buurman zeggen.
Prachtige film. Leuk blogverhaal.