“Hoezo, je kan niet mailen met je mobiel?”
Mijn collega kijkt me verbaasd aan.
“Wat onhandig! Gewoon een kwestie van de juiste instellingen. Kun je zelf doen, effe via de site, super makkelijk.”
Ja, als het zo simpel was, had ik het allang gedaan
Maandenlang kreeg ik brieven van mijn internetprovider. ‘Let op, wijzig de instellingen van uw telefoon tijdig. Volg het eenvoudige stappenplan op onze website.’
Eenvoudig? Bij het zien van dat stappenplan brak het zweet me al uit. Ik wist dat ik in actie moest komen, maar ik deed niets. Ik stopte m’n hoofd in het zand en de brieven verdwenen bij het oud papier. En nu kan ik al maanden niet meer mailen met m’n telefoon.
Waarom regel ik dit niet gewoon?
Samenwerken met familie klinkt ook zo makkelijk
Er is geen speld tussen te krijgen: onderzoek toont aan dat meer samenwerking met het netwerk van de cliënt goed is voor de cliënt zelf, de familie en de zorgprofessional.
Zorgorganisaties zijn daarom druk bezig die samenwerking te versterken. Ze ontwikkelen een visie, maken actieplannen en wijzen hun medewerkers op beschikbare tools en websites. Iedereen kan zó aan de slag.
Kat in het bakkie zou je denken. Maar in de praktijk stuit samenwerking met familie vaak op een ongrijpbare weerstand.
Waarom hebben zorgmedewerkers moeite om in actie te komen?
Natuurlijk zijn zorgprofessionals niet tegen samenwerking met de familie. Maar wat betekent dat in de praktijk? Met wie maak je dan afspraken? En als er dingen fout gaan, wie is dan verantwoordelijk?
Kortom: hobbels, vragen en onzekerheden. En voor je het weet, zit je er in: de weerstand.
‘Doe ik het nu niet goed dan?’
Er zijn volop redenen waarom zorgorganisaties de samenwerking met familie willen versterken. Die redenen staan uitgebreid beschreven in de visie van de organisatie, maar zorgmedewerkers kennen die visie niet of nauwelijks.
‘Oh ja, daar is volgens mij iets over gezegd bij de presentatie van de jaarplannen’ of ‘Geen idee, niet gelezen’.
Medewerkers hebben hierdoor vaak geen idee wat familieparticipatie betekent voor hun eigen werk of wat de urgentie is. Ze moeten iets nieuws gaan doen, maar ze weten niet waarom of hoe. Dat is niet bevorderlijk voor de motivatie.
Bespreek het waarom en hoe intern
Zorgmanagers moeten niet alleen beschrijven waarom familieparticipatie belangrijk is, maar er ook over in gesprek gaan. Laat medewerkers met elkaar bespreken wat dat nu eigenlijk inhoudt, de familie als collega.
Voor die besprekingen geldt: hoe concreter, hoe beter. Geef alle ruimte voor het stellen van vragen en zorg dat iedereen de informatie krijgt die nodig is om de omslag te maken.
En de familie zelf?
En over weerstand gesproken: hoe zit het met de familie zelf? Menig zorgprofessional zal denken: “Ze zien me al aankomen.” Maar ook daarvoor geldt: een goed gesprek doet wonderen.
We zijn in de zorg verleerd om de tijd te nemen om dat gesprek aan te gaan. Behandelplannen, protocollen, regels en tijdsregistratiesystemen laten er bijna geen ruimte voor. Of we gaan het uit de weg, door onervarenheid, verlegenheid of onzekerheid.
Maar in werkelijkheid is een goed gesprek een kleine tijdsinvestering met een enorm rendement. Door met familie in gesprek te gaan, leer je elkaar beter kennen en kun je zaken doen. Als je dat contact eenmaal hebt gelegd, dan zul je merken dat de meeste familieleden graag willen meedenken en meewerken.
Dus, zorgmanagers: faciliteer het gesprek
Managers moeten zich realiseren dat medewerkers ondersteuning nodig hebben om de omslag naar familieparticipatie te maken. Faciliteer daarom ontmoetingen en geef medewerkers de ruimte om met het management, elkaar en de familie in gesprek te gaan. En ondersteun hen hierin, niet door te zeggen dat het zo simpel is, maar door concrete werkvormen te organiseren die de eerste stap mogelijk maken.
Met andere woorden: neem het gesprek serieus en investeer hierin.
Hoe Zonnehuis Hippolytushoes het aanpakte
Zorgcentrum Zonnehuis Hippolytushoes in Middelstum werkt sinds begin 2015 aan een betere samenwerking met het netwerk van de cliënt. Het Binnenhuys, een afdeling waar mensen met dementie wonen, kreeg daarbij speciale aandacht.
Familie, medewerkers en vrijwilligers van deze afdeling leerden elkaar kennen op speciale familieavonden. Een interactieve aanpak liet alle aanwezigen ‘dromen’ over de toekomst van het Binnenhuys. En met succes: op de tweede avond boden familieleden al spontaan aan om te helpen op drukke tijden.
Familieleden vertelden op de familieavonden ook hoe belangrijk zij het vinden dat er oog is voor de levensverhalen van hun dierbaren. Om die verhalen te delen, hebben familieleden samen met bewoners en medewerkers op één middag een levenskastje voor hun dierbare gemaakt, gevuld met verhalen en dierbare herinneringen. Die levenskastjes staan nu op de afdeling en helpen medewerkers en vrijwilligers om de zorg te geven die past bij iedere bewoner.
Wat al op gang was gebracht door de familieavonden, is met het samen maken van de levenskastjes op een speelse en creatieve wijze versterkt. Medewerkers en familie delen verhalen en dezelfde drijfveer: goede zorg voor hun dierbare. De basis voor de samenwerking is gelegd.
Familieparticipatie: beschrijf het niet alleen, maar bespreek en ondersteun het
Ik krijg de e-mail op mijn mobieltje niet aan de praat met alleen een stappenplan op de site van mijn internetprovider. Dus er zit maar één ding op: binnenkort pak ik de telefoon, bel ik de helpdesk en vraag ik net zo lang door tot ik snap hoe het werkt.
Familieparticipatie komt ook niet van de grond door het alleen te beschrijven in jaarplannen of op het intranet van de zorgorganisatie. Maak tijd en ruimte voor gesprekken: ga er met alle betrokkenen voor zitten, bespreek het én ondersteun het, tot in detail. Alleen al het nemen van die eerste drempel doet wonderen.
Wat een prachtige tekst. Heel herkenbaar! Het draait om het gesprek, alleen door echt naar elkaar te luisteren ontstaat er echt contact en gelijkwaardige samenwerking. Mooi om te lezen hoe je hiermee bezig bent!